Het eerste Haarlemse congres vond plaats in de Koepel. Geïnspireerd door de voorbeelden in Rotterdam en Den Haag vonden we het tijd voor ook een congres in onze eigen stad. Op allerlei thema’s, in allerlei buurten en door tal van lokale initiatieven en eigenwijze helden wordt er gewerkt aan een betere stad. Soms weten we van elkaar, maar zeker niet altijd.

Ook gemeente en projectontwikkelaars werken aan de stad. Net als vele anderen. Je hebt elkaar nodig om echt stappen vooruit te zetten. Zeker als het gaat om complexe vragen als de energietransitie, klimaatadaptatie en een eerlijke, ongedeelde stad. Het vraagt veel expertise en inzet. Lokale initiatieven zijn vaak goed in het betrekken van mede-bewoners, ontwikkelaars kunnen zorgen voor ruimte en gemeente voor spelregels om structurele oplossingen mogelijk te maken. Het lijkt logisch om samen te werken, toch blijkt het in de praktijk vaak lastig. Dat levert frustratie op en een hoop gemiste kansen.

Hoog tijd om daar wat aan te doen. Met het Stadmakerscongres bouwden we voort op de gesprekken in de Pletterij en de stadmakers-appgroepen. We wilden zorgen voor een plek waar al deze diverse ‘stadmakers’ elkaar kunnen ontmoeten, inspireren, van elkaar leren, elkaars taal leren begrijpen en aan nieuwe ideeën kunnen werken voor Haarlem.

Op de vrijdag kwamen bijna 300 mensen bij elkaar in werksessies, presentaties en rond pitches. De Koepel, het Maak terrein, de Stookkamer, de Zijpoort, bibliotheek Schalkwijk boden locatie. Er werd een lunch gereserveerd van gered voedsel. Ook op zaterdag waren er diverse activiteiten. Bij de Kweektuin, ABC Architectuurcentrum en opnieuw het Maak terrein konden kinderen en hun ouders terecht voor diverse workshops.

Een klein initiatief van een bevlogen stel stadmakers was uitgegroeid tot een geweldige co-creatie van talloze partijen. Missie geslaagd!